1. Gebruik de centrifugefunctie.
De kleding moet gedroogd worden met de centrifugefunctie, zodat er tijdens het droogproces geen watervlekken ontstaan. Centrifugeren zorgt ervoor dat er zoveel mogelijk overtollig water uit de kleding wordt verwijderd. Het is niet alleen snel, maar ook schoon en zonder watervlekken.
2. Schud de kleding goed uit voordat u deze droogt.
Sommige mensen halen hun kleren direct uit de wasmachine en drogen ze als ze nog gekreukt zijn. Maar op die manier drogen zorgt er alleen maar voor dat de kleren ook gekreukt zijn als ze droog zijn. Zorg er daarom voor dat je de kleren goed uitspreidt, platstrijkt en netjes droogt.
3. Veeg de hangende kleding schoon.
Soms worden de kleren nog nat en direct aan de hanger gehangen. Dan merk je dat de kleren niet lang hebben gehangen en er stof op zit, of dat er stof op het droogrek zit, waardoor je kleren voor niets gewassen zijn. Daarom moeten de hangers schoongemaakt worden voordat je de kleren gaat drogen.
4. Droog de donkere en lichte kleuren apart.
Apart wassen is om te voorkomen dat de kleuren elkaar verkleuren, en apart drogen heeft dezelfde functie. Door de kleding apart te drogen, kunnen we donkere en lichte kleuren scheiden en vlekken voorkomen.
5. Blootstelling aan de zon.
Ten eerste droogt je kleding snel in de zon, maar de ultraviolette straling van de zon heeft ook een steriliserende werking en doodt bacteriën op je kleding. Probeer je kleding dus in de zon te drogen om bacteriën te voorkomen.
6. Berg het op tijd op nadat het droog is.
Veel mensen bergen hun wasgoed niet op na het drogen, wat eigenlijk niet goed is. Eenmaal gedroogd, komt het gemakkelijk in contact met stof in de lucht. Als het niet op tijd wordt opgeborgen, kunnen er meer bacteriën groeien. Dus berg je wasgoed snel op.
Geplaatst op: 18 november 2021